Bergdorpje

25 november 2018 - Hsipaw, Myanmar

We stappen in Hsipaw uit de trein, bestemming bereikt. Hsipaw is een klein bergdorpje in de Shan-staat in het oosten van Myanmar. Het ligt in een rustige, pittoreske omgeving. Je kunt hier prachtige wandelingen maken of meerdaagse trekkings.

We lopen in een kwartiertje naar de hoofdstraat waar ons hotel "The Northern Land" staat. Leuk hotelletje, fantastisch ontbijtbuffet, kamer schoon, badkamer oke, liefjes achter de balie die ons direct op een kaart van de stad en omgeving uittekenen wat de mogelijkheden zijn. Wat wil een mens nog meer.

Vandaag lopen we naar Sunset-hill om de zonsondergang te zien. Helaas zijn ze hout aan het verbranden waardoor er een hele dikke rook hangt. We besluiten niet de moeite te nemen om de heuvel te beklimmen, maar gewoon vanaf de brug naar de zonsondergang te kijken. Ook wonderschoon.

We nemen een tuktuk om ons naar een waterval te brengen. We stappen uit bij een klooster waar ook een aantal (stuk of 6-7) tempelruïnetjes staan. Mooi zeg, eventjes goed bekijken. We lopen een leuk weggetje in, komen langs nog meer pagodes en een bamboe-klooster. We lopen langs rijstvelden en zien een pagode waaruit een flinke boom groeit. Dat is gaaf zeg. Zelfs als we de waterval niet vinden vind ik het nu al helemaal leuk hier.

We lopen door een dorpje en komen op een gegeven moment langs een goed verzorgde tuin waar ze drankjes verkopen. Zullen we hier even gaan vragen waar de waterval is? Op de kaart wijst de goed engels sprekende dame aan dat we helemaal aan de verkeerde kant van het dorp afgezet zijn door de tuktuk. We zitten hier bij "Little Bagan". Haha, maar goed dat we het vragen want die waterval vinden we hier natuurlijk nooit. Maar dat geeft niks, ik wilde "Little Bagan" ook graag zien al is die naam wel erg pretencieus voor die zesenhalve  pagode.

Terug in het dorp vragen we aan de eigenares van het tentje waar we lunchen hoe we het beste bij de waterval kunnen komen. Zij gaat direct voor ons bellen en regelt voor een prikkie een tuktuk. Lief hoor. Deze chauffeur brengt ons netjes naar een enorme vuilnisbelt waar ze bezig zijn met vuilverbranding. Uche... uche.... uche.... de dikke rook slaat op je keel en ogen. Maar eenmaal door de rookwolken heen staan we in een fantastisch mooi landschap. De tuktuk-driver wijst de waterval aan en gaat dan weer terug.

Wij maken de mooie wandeling van ong. een uur en genieten volop van het prachtige landschap. De waterval zelf is niet super indrukwekkend, we zijn tenslotte in het droge seizoen, maar wordt wel druk bezocht. Boven zitten een aantal jongeren met elkaar te jammen en te zingen. Heel erg gezellig.

Eenmaal terug komen we over de chinese begraafplaats, echt nog nooit zoiets gezien. Enorm groot, kriskras door elkaar geplaatste kleine monumentjes. Sommige heel mooi, anderen ietwat vervallen. De hele giga begraafplaats ziet er niet goed onderhouden uit. We zien ook wat gaten, klaar om hun nieuwe bewoners te ontvangen. Verderop wordt een behoorlijk deel van de begraafplaats in beslag genomen door heel dicht op elkaar staande kleine gedenkstenen, elk voorzien van een foto. Heel apart om te zien.

We maken nog een 3 uur durende wandeling naar een Shan-village, weer aan een andere kant van het dorp en ook alweer zo'n mooie wandeling. Hier lopen we tussen de akkers waar van alles verbouwd, geoogst en geplant wordt. Mensen zijn volop aan het werk op het land. We lopen lange tijd langs de rivier. En weer genieten we volop van alle mooie indrukken die we opdoen. 

Dan zit onze tijd in Hsipaw er al weer op. Jammer, het is hier prachtig. We hebben enorm genoten hier en zijn heel blij dat we er voor gekozen hebben om ook dit plaatsje te bezoeken. Een aanrader.

Om 3 uur in de middag zitten we te wachten op de bus. Deze komt te laat en om 4 uur vertrekken we pas. Het wordt een vervelende rit. We hebben een stoel waarvan de leuning helemaal naar achteren zakt als je er tegenaan leunt. Verder zijn wij de enige toeristen in deze bus en spreekt bijna niemand engels. Regelmatig wordt er iets omgeroepen maar dat snappen wij uiteraard niet. Gelukkig is de chauffeur met ons begaan, hij wijst ons de wc en laat op zijn vingers zien hoeveel minuten we hebben om te plassen en te eten (alleen gore Myanmarse curry dus kopen we maar een zakje chips). De Myanmarse mannen zitten de gehele reis op hun bladeren te kauwen en te rochelen in een plastic zakje. Verder gaat een deel van de reizigers aan het kotsen op de bochtige bergweg. Heerlijke geluiden, heerlijke geuren. Kortom.... een helse rit.

Om 10 uur komt de chauffeur ons meedelen dat we in Mandalay zijn. Pfff... eindelijk uit de kots en rochel geluiden. We nemen een taxi naar ons hotel waar we direct naar bed gaan. Weltrusten.