Floating Village in het Tempemeer

4 februari 2013 - Sengkang, Indonesië

Om 4 uur begint de imam aan zijn gezang. Gelukkig is het vrijdag (voor islamieten de belangrijkste dag van de week) dus de imam zingt lekker lang door, wel tot 6 uur. Was een erg kort nachtje. Om 8 uur staat het ontbijt klaar en het is een goed ontbijt.

Net als op Bali regent het hier 's nachts en is het overdag mooi zonnig weer en erg warm. We vragen de chauffeur om ons naar de rivier te brengen want we willen graag naar het Tempemeer. Hoewel de man nauwelijks engels spreekt en we ons behoorlijk opgelicht voelen door zijn baas doet hij erg zijn best om ons terwille te zijn. Het is echt wel een aardige man. Hij brengt ons een paar honderd meter verderop naar de rivier en zorgt voor bootjes die ons over de rivier naar het Tempe-meer varen. We hebben echt zin om te zwemmen.

We zitten verdeeld over 2 smalle bootjes, die lijken op een kano met een buitenboordmotortje. We gaan met een aardig vaartje op weg naar het meer. Onderweg op de rivier moeten we tol betalen en dan varen we het Tempe-meer op. Het meer is mooi maar we hadden ons er iets anders van voorgesteld. Dit meer van 15.000 hectare verandert van grootte afhankelijk van de hoeveelheid regen die er valt. Er groeien heel veel waterplanten in het meer waaronder het goed vis kweken is en hier leven de mensen van. De vele waterhyacinten zijn prachtig, maar groeien heel snel, zodat er hele stukken van het meer dichtgroeien.

Na een tocht van ongeveer 45 minuten komen we bij de floating-village, een vissersdorp, leuk om te zien. Hier meren we aan bij één van de huizen en stappen we uit de bootjes. Wat is de bedoeling? De bootsmannen spreken geen woord engels, dus van hen worden we niet veel wijzer. Zij stappen een grote lege ruimte van het huis binnen en gaan zitten kletsen. Wij lopen een beetje rond het huis over de bamboe vlonder waarop het drijft.

We overwegen of we in het meer zullen zwemmen, maar het is niet echt uitnodigend. Bruin, goor water en we zien een rat zwemmen en een waterslang. Als Pim gebruik heeft gemaakt van het toilet weten we definitief dat we niet gaan zwemmen. De plas en de drollen vallen rechtsstreeks in het meer. Dus blijven we maar op de vlonder van het huis.

Na verloop van tijd worden we door de bewoonster uitgenodigd binnen te komen voor thee en gebakken banaan, veel gebakken banaan. Best lekker maar na 2 van die dingen hebben we wel genoeg. Maar dat is onbeleefd dus eten we nog maar wat en nu kunnen we haast geen banaan meer zien.

We nemen afscheid van de gastvrouw, stappen weer in de bootjes en varen terug naar de kade in Sengkang. Onderweg zien we een hele zwerm roofvogels jagen en vlak bij ons zien we een vogel duiken en met een vis in de poten weer opvliegt. Mooi!!

Ons chauffeurtje staat ons op te wachten. Hij brengt ons naar de zijdeweverijen waar 2 dames zijde aan het weven zijn. Ongelooflijk hoe snel dat gaat en wat een ingewikkelde patronen er gemaakt worden. Als we uitgekeken zijn proberen ze ons natuurlijk zijde te verkopen maar we kunnen het niet eens worden over de prijs en dus kopen we niets.

Daarna gaan we terug naar ons hotel en lopen naar de markt in het centrum. Het is een grote markt en de grootste attractie daar zijn wij. We poseren ons rot met allerlei mensen die ons dan blijven volgen. Het is net zwaan kleef aan. De stoet wordt steeds groter en langer. In het begin is het wel grappig maar op den duur worden we het wel een beetje beu. We splitsen ons op en gelukkig lost de stoet dan ook op.

Na ons marktavontuur gaan we weer naar het restaurant van gisteravond om te eten en te kaarten. Lars gaat eerder terug naar het hotel, hij was al niet fit toen hij in Indonesie aankwam en hoopt dat een avondje vroeg naar bed gaat helpen om zich beter te voelen. We krijgen na het eten nog een schaaltje snacks van de restauranteigenaar. Wat aardig.