Hiken

25 november 2018 - Inle Lake, Myanmar

Als we wakker worden voelen we ons gelukkig stukken beter en hebben we zelfs zin in het ontbijt. Maar goed ook want om 8 uur staat Maung Lan op de stoep. Met hem als gids gaan we komende 2 dagen door de bergen trekken.

Speciaal voor ons wordt er nog een vitamineshot gemaakt, een glas warme, vers geperste sinaasappel/citroen/gembersap. Wat een verwennerij. De mensen zijn zo ontzettend lief hier in Myanmar.

Over Kalaw kan ik weinig zinnigs zeggen, ik heb er helemaal niets van meegekregen. Ik heb wel gelezen dat het een nogal doods dorpje is, leuk om van hieruit de Pindaya-grotten te bezoeken én (de belangrijkste reden om Kalaw te bezoeken) het perfecte beginpunt voor een trekking naar Inle.

Wij gaan een 2-daagse trekking doen met onze gids Maung Lan. Een vriendelijke jongeman die pas begonnen is met zijn eenmanszaakje Inlelakewalkingtours. Het voordeel van Maung is dat hij met kleine groepjes loopt, alleen Will en mijzelf. Ik moet er niet aan denken om met een groepje jongelui te moeten lopen, dat tempo kunnen wij niet aan. Nu kunnen we lekker op ons eigen tempo lopen.

We lopen over bergpaden en door velden. We komen herders tegen met (kleine) kuddes koeien en boertjes met buffels aan een touw. We zien ossenwagens oogsten vervoeren, we zien boeren ploegen, mensen gember en chilipepers oogsten. De velden met de rode chilipepers zijn wonderschoon. Het landschap is verder wat dor en grauw omdat we in het droge seizoen lopen. Voordeel is wel dat het droog is en nergens glad. De wandeling gaat bergje op en bergje af maar heeft nergens echt zware klimmen. De paden zijn wel erg ongelijk, kapot gelopen door de buffels in het regenseizoen en nu vreselijk hobbelig opgedroogd.

Onze bagage wordt naar Inle gebracht, wij hoeven alleen een dagtasje te dragen met een tandenborstel, deet, zonnebrand en water. Maung vertelt ons veel over het landschap, de planten en hun evt. medicinale werking.

Ook hebben we het over het leven in Myanmar. Educatie is nog lang niet vanzelfsprekend hier. De meeste mensen kunnen na de lagere school geen verdere scholing voor hun kinderen betalen. Dus worden de zonen naar het klooster gestuurd om monnik te worden want dan krijgen zij ook scholing. Omdat zij geen ijdele gedachten mogen hebben dragen zij allen dezelfde kleding en worden zij kaal geschoren. Hun familie mogen zij hoogstens eenmaal per jaar zien omdat hun gedachten dan afgeleid worden van Boeddha. Zij hoeven geen monnik te worden voor het leven, ze kunnen het kloosterleven verlaten wanneer zij  maar willen. De meeste mannen blijven 2 tot 3 jaar in het klooster.

Kinderen zorgen in dit land voor hun ouders als deze oud worden. Het kind dat als laatste trouwt (of niet trouwt) blijft altijd bij zijn ouders wonen.

Na zo'n 3 uur gelopen te hebben wordt er op een boerenerf een tafel met krukjes neer gezet.  Hier gaan we lunchen. Na ons van groene thee voorzien te hebben verdwijnen Maung en het boerenechtpaar in de keuken om onze lunch te bereiden.

We krijgen zoooo veel te eten, linzensoep, rijst, bloemkool met wortels, peultjes met gebakken ui, de lekkerste avocadosalade die ik ooit gegeten heb, peer, watermeloen en dragonfruit. We eten zoveel we kunnen maar er blijft meer dan de helft over. 

Na het eten mogen we boven even gaan liggen rusten. Dat is lekker, even bijkomen want de wandeling was best pittig. Wij zijn het niet gewend om zo lang te lopen en zeker niet over zulke ongelijke paden.

Na een uurtje nemen we afscheid van het boerenechtpaar en gaan we weer op pad. Nog zo'n 3 uur te gaan. De zon is nu op z'n heetst en we lopen door open velden. Dat maakt de wandeling wel wat zwaarder. Halverwege, als we even willen pauzeren, lopen we een erf op. We krijgen direct groene thee en pinda's aangeboden. Myanmarse gastvrijheid. Echt schatjes, die bevolking hier.

Maung wijst ons een dorp in de verte aan, kijk, daar gaan we overnachten. Oei... best ver weg nog. Dus... de paden op... de lanen in... en nog even doorzetten. Als we het erf van onze gastheren oplopen zijn we best behoorlijk gesloopt. En trots op ons, we hebben het toch maar mooi gedaan terwijl we best nog een beetje slapjes zijn na gisteren.

Met een kopje groene thee kunnen we neerploffen in een zeer ongemakkelijke zelfgemaakte bamboestoel. Maung maakt ook nog een glaasje lime/ginger-thee, goed voor de spijsvertering zegt hij. Omdat Will nog aan de diaree is krijgt hij een huis-tuin- en keukenmiddeltje waar hij spontaan enorm van over zijn nek gaat. Dat is goed zegt Maung, nu is hij meteen alle bacteriën kwijt. De grapjurk.

Maung, wil je aub niet zoveel eten klaarmaken? Will heeft zowiezo geen honger en ik ook niet echt. Ik voel me ook nog een beetje opgeblazen. Toch staat er weer genoeg om een heel leger van te voeren als we aan tafel gaan.

Als voorgerecht bruinebonensoep. Dilemma... we willen onze gastheren niet voor het hoofd stoten. Maar om nu bruinebonensoep te eten als je aan den dunne bent??? Ik proef een hapje en het is verschrikkelijk lekker. Toch besluiten we om het niet te eten. Ook de rest wordt nauwelijks opgemaakt. De mensen zeer teleurgesteld en wij generen ons. Sorry.

We wassen ons bij een schaal water en gaan nog naar het toilet. Een hokje achteraf, gat in de grond en pikkedonker. Joepie, ik hoop niet dat ik vannacht daarheen moet. Dan gaan we met de kippen op stok. We slapen op zolder op een soort tuinstoelkussens onder 2 dekens in een soort zelfgebouwde klamboetent van bamboestokken en een gordijn. Weltrusten.