Istrië

15 oktober 2010 - Galižana, Kroatië

In oktober 2010 willen we op vakantie naar Slovenië. Het valt niet mee om een huisje te vinden waar we onze 4 honden mee naar toe mogen nemen, maar na lang zoeken vinden we een huisje. Weliswaar niet in Slovenië maar in Kroatië (dat wordt wel een lange rit). Wel moeten we voor het verblijf van de honden nog iets van 200 euro betalen aan de huisbaas, belachelijk veel geld, maar je moet wat. 

Aangezien Will en Lars graag een keer willen gaan klettersteigen besluiten we om 2 nachten in Mittenwald, Duitsland te blijven. We vinden een slaapplaatsje in hotel Alpenrose, midden in het centrum van Mittenwald. We gaan direct naar de VVV om een en ander voor morgen te regelen. Helaas is klettersteigen niet mogelijk, er wordt sneeuw verwacht morgen. Hebben wij weer.

De volgende dag is het weliswaar ietwat mistig en het miezert een beetje maar geen sneeuw te zien. Will en Lars besluiten om met de karwendelbahn de berg op te gaan en dan in een uurtje of 5 terug naar beneden te lopen. Ik krijg al gauw een sms dat het sneeuwt boven op de berg. Beneden alleen regen, geen sneeuw gezien.

De volgende dag rijden we naar Galizana in Kroatië waar ons vakantiehuisje staat. Het is een piepklein gehucht in de buurt van Pula en het is wel even zoeken om het huisje te vinden. Maar uiteindelijk komen we er toch. In het huisje zou verwarming zijn en dat is er ook. Een piepklein petroleum-kacheltje in een ruimte met een open trap naar boven. Daar merken we dus niets van, elke avond vroeg naar bed dan maar. Er zijn ook geen bedlampjes en de lamp in de badkamer (en toilet) is kapot. Best lastig om in het pikkedonker je tanden te poetsen en te douchen. Vragen aan de huisbaas heeft geen zin, dit is een hoogbejaarde dame die alleen italiaans spreekt (en wij dus niet).

De omgeving van het huisje is prachtig. Vanuit ons huisje kunnen we eindeloze wandelingen maken met de honden zonder dat we iemand tegen komen. Heerlijk!! Elke morgen loop ik om 7 uur in het gebied en als ik dan om 8 uur weer terug kom maak ik de mannen wakker en maak het ontbijt klaar. Na het ontbijt gaan we op pad om Istrië te verkennen.

Fazana is een klein vissersdorpje vlak bij Galizana met een prachtige kustlijn. En wat een ongelooflijk helder water heeft de Adriatische zee.

Pula is een gezellig stadje waar veel overblijfselen uit de romeinse tijd te vinden zijn. Een wandeling door de stad is een wandeling door geschiedenis.

Een van de mooiste bezienswaardigheden in Pula is de Maria Kapel, een onderdeel van het oude Byzantijnse kerkje St. Maria Basiliek. Je kan hier overblijfselen van oude mozaieken en wandschilderingen bewonderen.

Het amfitheater van Pula is een van de grootste ter wereld. Vroeger zaten er mensen in het theater om de gladiatorenwedstrijden kijken. Nu wordt het in de zomermaanden gebruikt voor klassieke concerten en het Kroatische filmfestival.

De tempel van Augustus is gebouwd voor de eerste Romeinse keizer, keizer Augustus, hij heeft de bouw ervan zelf begeleid. De tempel is later omgebouwd tot kerk door Christenen.

De Tweelingpoort is een restant van de oude stadsmuren van Pula. In de tweede eeuw bracht een weg je vanaf het Amfitheater naar deze poort.

De Dom is een kathedraal uit 1640, hij werd gebouwd bovenop ruines van oudere bouwwerken. Er zijn nog steeds resten van de ruines waar de Dom op staat. In de vloer zie je patronen van een mozaiek.

Rovinj is ook zo'n gezellig kustplaatsje, gelegen op een klein schiereiland dat een heuvel is. Op het hoogste punt staat de Euphemiakerk, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de zee en het stadje. Het is leuk om door de smalle, kronkelige straatjes van Rovinj te dwalen. Vanuit de haven kun je Venetië zien liggen en kan je een dagtochtje per boot naar Venetië maken. Dat doen we niet want Sven wil met ons naar Venetië als hij 21 jaar wordt.

We rijden door naar het Lymsky-kanaal. Het is prachtig weer voor een boottochtje door het fjord. De honden mogen mee aan boord dus dat is geen probleem.

In de buurt van Porec gaan Will en Lars in een grot afdalen bij "cave climbing centre Speleolith". Alen Zuzic, de gids, is hartstikke enthousiast en vindt het jammer dat we niet eerder contact met hem hebben opgenomen want dan had hij  ons nog hele mooie plekjes van Istrië willen  laten zien. Maar goed, nu gaan de heren de grot in. Zij krijgen overalls, helmen met lampen en veiligheidsgordels en gaan eerst afdalen in een oefengrot voordat ze met het echte werk beginnen. Ondertussen maak ik een lekkere wandeing met de honden. Als de mannen terugkomen zijn ze super-enthousiast. Het was een enorme ervaring (gelukkig toch iets wat een beetje op klettersteigen lijkt) en ze hebben er van genoten. We nemen afscheid van Alen en rijden door naar Porec.

Porec is alweer zo'n gezellig stadje aan de kust. Ook hier weer leuke, kronkelige straatjes waarin het leuk dwalen is. De Euphrasius-basiliek is het bekendste bouwwerk van Porec en staat op de lijst van UNESCO. Zowel de binnen- als de buitenkant zijn prachtig, binnen staan er schitterende beelden van Maria en Jezus en zijn er mooie mozaïekpatronen te zien. De klokkentoren van de basiliek kan je ook beklimmen. Leuk weetje: vroeger geloofden ze in Porec dat zwangere vrouwen een spontane abortus kregen als ze de toren beklommen.

We zijn nu alleen nog maar aan de kust geweest, maar we willen ook iets van het binnenland van Istrië zien. Dus reizen we af naar Motovun. Een bezoek aan deze middeleeuwse vestingstad is eigenlijk een must als je het binnenland van Istrie verkent. Motovun is een mooi stadje op een berg met een prachtig uitzicht op de vallei en de omliggende bergen. Bij het begin van de oude bebouwing moet je je auto (betaald) parkeren en wordt je met een bus (ook betaald) naar boven gebracht. Wij hebben echter niets door en rijden de heuvel op naar de grote stadspoort van Motovun. In het poortgebouw is een museum ondergebracht. Daarna kom je op een leuk plein met terrassen en uitzicht op de heuvels rond Motovun. Daar is de kleinere en oudste stadspoort met een leeuw erboven en een bar erin. Via de poort kom je op het hoofdplein van de stad. Aan de ene kant kan je op het terras onder de kastanjebomen bij fontein even uitrusten. Aan de andere kant van het plein staat de Sint-Stefanuskerk (Sveti Stefan). De kerk heeft een Romaanse klokkentoren en fresco's in het interieur. De toren is te beklimmen wat wij niet doen want daar moet je voor betalen. Vanaf de oude stadswallen, waarop een wandelpad ligt, heb je een prachtig uitzicht over de daken van de huizen onder aan de muren en de omgeving. De omgeving van Motovun is een landbouwgebied met veel wijngaarden.

Dan rijden we verder naar Pazin, bekend vanwege zijn kasteel dat 120 meter boven een kloof ligt en een leuke ruïne is. Boven aan de klif staat ook de grote citadel van Pazin, wat niet erg interessant is, maar de natuur is hier prachtig. Als we zijn uitgekeken gaan we op zoek naar een waterval in de buurt van Pazin en waarheen Alen ons de route heeft beschreven. Dit hadden we dus nooit gevonden als dit ons niet was verteld. En dat zou erg jammer zijn, want hoewel de waterval niet erg hoog is, is het er fantastisch mooi. We kunnen afdalen en in een grot onder de waterval komen. Ook het landschap rond de waterval is erg mooi. Puur genieten dus. Met dank aan Alen.

Op weg terug naar Galizana rijden we nog eenmaal naar Fazana om nog even een uurtje zon op het (kiezel)strand te pakken en nog een keertje te zwemmen in de Adriatische zee. Dan zoeken we een terrasje voor ons laatste avondmaal in Istrië en genieten van een fantastische zonsondergang.

We rijden terug naar Galizana waar we voor de laatste keer slapen. De eigenares heeft niet gevraagd naar het extra geld voor de honden en dus betalen wij het ook niet. Tenslotte mankeerde er ook van alles aan het huisje. Misschien scheelt het dat wij de vrouw niet konden verstaan en zij ons niet. Ik weet het niet. Bij het afscheid de volgende morgen krijgen we van haar een klein flesje alcohol waar de kaart van Istrië op getekend staat mee naar huis als souvenier. Wat lief. Dag mevrouwtje, we hebben het super leuk gehad.

Als we bij de grens komen staat er een enorm lange file. We staan op een heuvel en zetten de motor maar uit want we kunnen ons zo ook wel langzaam naar beneden laten zakken. Werkelijk iedere auto wordt van binnen en buiten gecontroleerd. Als we op het vlakke stuk komen bij de douane proberen we de auto weer te starten. Helaas..... geen beweging in te krijgen. Dus Lars en ik duwen maar. Bij het hokje van de douane vertel ik de douanier dat we de auto niet gestart krijgen waarop de man een gigantische lachstuip krijgt en ook zijn collega's laat delen in dit plezier. We worden niet gecontroleerd en mogen de auto zo de grens over duwen. Gelukkig gaat de weg nu weer naar beneden en lukt het ons om de auto aan te duwen. Snel erin springen en verder maar weer met de reis.

Na een lange dag in de auto besluiten we in de buurt van München te overnachten. We vinden een hotelletje in het leuke, pittoreske dorpje Schliersee, waar we een leuke wandeling kunnen maken rond het meer.

De volgende dag rijden we de laatste etappe. Voor we de grens overgaan moeten we nog wel even currywurst eten, dat is inmiddels een traditie waar vooral Lars erg aan hangt.