Op naar Lovina (Bali)

22 januari 2013 - Gilimanuk, Indonesië

Wat hebben we heerlijk geslapen vannacht. Prima hotel, maar een klein beetje smoezelig, en heerlijke bedden. Lekker hoor. Na een ontbijtje met een lekker gekookt eitje staan we om half 10 bij de busterminal. Er vertrekt direct een bemo, dus tassen op het dak en instappen maar. Weer doen we 4 uur over een ritje dat in anderhalf uur zou kunnen, maar ach, we zitten erbij en het is droog.

In het centrum van Lovina stappen we uit en worden direct aangesproken door een man die kamers verhuurt. Even kijken maar. Ziet er niet gek uit maar we kijken nog even verder. No problem, ik loop wel even mee. Ehhh... moet dat?? Maar hij loopt mee. We kijken nog een vergelijkbare slaapplaats bij het strand maar dat is duurder en het scheelt iets van 100 meter lopen. Dus nemen we de eerste maar. 

De mensen hier in Indonesie kunnen de f en de v niet uitspreken en dat klinkt heel grappig. Ons hotelmannetje zegt dat Lovina wel 5 km. doorloopt en dat klinkt als volgt. Lopina is pipe km. En fiftyfive klinkt als volgt, piptypipe. Heel grappig.

Vanuit het hotel hebben we een fantastisch uitzicht over de rijstvelden, geweldig. De kamer van Niels kijkt hier zelfs op uit en dat is leuk wakker worden denk ik zo. We laten onze spullen achter, trekken onze zwemspullen aan en op naar het strand. De stranden hier zijn zwart, nee, niet van het vuil, maar er ligt zwart lavazand. Heel apart. Daarnaast is het strand bijzonder smerig (er ligt heel veel aangespoeld vuil) en dat nodigt absoluut niet uit om eens lekker een daagje op het strand te gaan liggen. Gelukkig houden we daar toch niet zo van dus ook dat is geen probleem.

We zwemmen wat, eten een hapje, proeven de sfeer. Ik vind Lovina een leuk en gezellig stadje, toeristisch maar niet te. Kan ook komen omdat we in het laagseizoen reizen.

We maken een wandeling door de rijstvelden en dat is werkelijk fantastisch. We kunnen eens op ons gemakje bekijken hoe de boeren aan het werk zijn en hoe dat in zijn werk gaat. De meesten spreken geen engels dus communiceren is moeilijk. Maar wat een arbeidsintensief werk is het telen en oogsten van rijst. Als je dat gezien hebt gooi je nooit meer een rijstkorreltje achteloos weg.

Na een prachtige wandeling komen we weer op de weg en besluiten via het strand terug te lopen. Wat een vieze bende, we vinden tussen al het afval een dode hond en een opgezwollen dode rat. Lekker hoor.

We eten wat aan een kraampje op het strand, drinken nog een biertje in een cafe met live-muziek en duiken dan lekker onze bedjes in.