En door... naar het zuiden van Bali

Vanmorgen bezoeken we eerst de lokale markt van Ubud. We vinden het altijd leuk en gezellig om over de aziatische markten te struinen.

Daarna gaan we inpakken, uitchecken en vervoer zoeken. Hoewel we meerdere keren door verschillende mensen gewaarschuwd zijn om toch vooral niet naar Kuta te gaan omdat dat een afschuwelijk over-toeristisch dorp is, gaan we toch. Tenslotte reizen we met jongvolwassenen die het ook heel leuk vinden om te gaan stappen.

Eerst rijden we naar de meest opzienbarende tempel op Bali, Tanah Lot. Deze tempel ligt op een prachtige locatie, op een rots in de zee. Als je tussen de enorme hoeveelheid kraampjes doorgelopen bent kom je bij de tempel. We treffen het niet, het is hoogtij en dan is de tempel niet te bereiken. Of treffen we het juist wel, want nu kunnen we de tempel van een afstandje bekijken en fotograferen zonder dat er drommen toeristen op rondlopen. De omgeving is werkelijk prachtig en dat vinden we mooier dan de tempel. Ik moet zeggen dat we best leuke tempels gezien hebben op Bali en Tanah Lot is echt een hoogtepunt op dat gebied. Maar we zijn niet heel erg gecharmeerd van de tempels hier in Indonesie, we hebben elders in Azie veel mooiere gezien.

We vermaken ons met rondlopen door de omgeving, lunchen in een van de kraampjes waar we langs moeten om bij de uitgang te komen en dan gaan we verder richting Kuta.

We vinden onderdak in hotel Adus, dichtbij het strand. Eerst duiken we lekker in het zwembad om op te frissen en dan gaan we het stadje bekijken. We lopen over het strand, wandelen langs de boulevard en vinden dan een restaurantje waar we lekker eten en daarna een kaartje leggen. En dan is het alweer tijd om naar bed te gaan. Voor Will en mij dan, maar niet voor de jongelui, die gaan het nachtleven in.