Boedapest

23 november 2011 - Boedapest, Hongarije

Will en ik hebben elkaar over en weer een stedentripje naar Boedapest cadeau gedaan dit jaar.

In november 2011 is het dan zover en vliegen Will en ik voor een paar dagen naar Boedapest, de hoofdstad van Hongarije. De rivier Duna (Donau) stroomt dwars door de stad en deelt de stad in tweeën. Aan de ene kant van de Duna ligt Boeda en aan de andere kant Pest.

We logeren in het stadsdeel Pest in hotel Baross. Dit is een leuk hotelletje op de 5de verdieping (veel trappen lopen) tegenover treinstation Keleti Palyaudvar. Dat is een ideaal plekje, want ook het metrostation is hier. Dus  hiervandaan is het gemakkelijk om snel overal in de stad te komen. We kopen een kaartje voor 72 uur. Het metrosysteem in Boedapest is goed geregeld. Makkelijk en goed betaalbaar. Ideale manier om de stad te verkennen.

We bezoeken het stadsdeel Boeda. Dit is heuvelachtig, terwijl Pest aan de overkant vlak is. We bekijken de church of St. Anne omdat we hier weer boven de grond komen vanuit de metro.

Op een van de heuvels werd in de 13e eeuw een burcht gebouwd (daarom noemt men deze heuvel de burchtheuvel). Deze werd het onderkomen van het Hongaarse koningshuis. Bij de ingang staat een standbeeld van de Turul. Dat is de mythische vogel die voorkomt in de Hongaarse mythologie over de oorsprong van de Hongaren. Turul is daarom een symbool van Hongarije.

Vandaag de dag zijn er enkele musea in het Koninklijk Paleis ondergebracht. Onder de Burchtheuvel liggen grotten die deels te bezichtigen zijn met een gids.

De wijk rondom de burcht is leuk, hier zouden we uren rond kunnen te slenteren als het niet zo vreselijk koud was. Smalle straatjes, middeleeuwse huizen, gezellige koffiehuizen en souvenirwinkels.

Aan de overkant van de Donau, aan de Pest-kant, ligt het schitterende parlementsgebouw. Het Huis van Afgevaardigden houdt hier regelmatig zitting. Staatshoofden worden hier door de Hongaarse president en ministers ontvangen. Omdat het mistig is, is het uitzicht helaas nogal wazig.

De Matthiaskerk is de bekendste kerk van Boedapest. De kerk bevindt zich in de burchtwijk van Boeda. De toren is opvallend en het dak is erg kleurrijk en mooi om te zien. De kerk heet officieel Onze-Lieve-Vrouwekerk en was de kroningskerk van vele koningen.

Het Vissersbastion is een bekend bouwwerk in Boedapest. Het is een mooi gebouw met sneeuwwitte natuurstenen muren, trappen en torens. Vanaf het bastion gaat een imposante trap met aan beide zijden armleuningen en 145 treden naar beneden. Op het plein tussen de Matthiaskerk en het Vissersbastion staat het standbeeld van koning Stefan I van Hongarije. Hier zijn we wel even zoet, het is zo leuk om hier rond te dwalen. Er staan oude mannen met viool en gitaar muziek te maken. Er lopen mannen in middeleeuwse kledij met roofvogels rond die je tegen betaling op je arm mag houden. Erg gezellig allemaal. Vanaf hier zou je een prachtig uitzicht moeten hebben over de Donau, het Parlementsgebouw en de Gellértberg. Maar vanwege de mist krijgen wij daar niets van mee.

Dat is dan ook de reden dat we besluiten om niet naar de Gellértberg te gaan. Wel jammer dat we daardoor ook de citadel niet gezien hebben.

We lopen via de kettingbrug terug naar stadsdeel Pest. De Kettingbrug  is de oudste brug over de Donau in Boedapest en het is een hele mooie brug. Het was de eerste vaste brug over de Donau stroomafwaarts van Regensburg.  Twee grote leeuwen van steen liggen aan beide kanten de brug te bewaken.

We wandelen langs mooie gebouwen o.a. de hongaarse wetenschappelijke academie, het Gresham Paleis en het operagebouw.

Zo komen we uit bij de Sint-Stefanusbasiliek. Dit is de grootste kerk van de stad en gewijd aan de heilige koning Stefanus, wiens rechterhand als reliek in de basiliek wordt bewaard. Aan de buitenkant herken je de kerk aan een 96 meter hoge koepel (die hoger is dan welke kerktoren in de stad ook) en twee 80 meter hoge torens. Ook de binnenkant is mooi, de koepel heeft een plafond met mozaïeken en met 8.000 zitplaatsen is deze kerk één van de grootste ter wereld.

We gaan met de metro naar het Stadspark wat het grootste park van Pest is. Toen het park werd aangelegd lag het ver buiten de stadsgrenzen. Ter herdenking van het duizendjarig bestaan van Hongarije (1896) werd het uitgebreid met o.a. de Vajdahunyadburcht en de Széchenyibaden. Het gebied werd een ontspanningsplaats voor de bevolking met rondom het park ook nog de dierentuin, het circus, het pretpark, het Vervoersmuseum, het Museum voor Beeldende Kunsten, het Landbouwmuseum en het standbeeld van Anonymus.

Voor het park ligt het Heldenplein dat werd aangelegd ter gelegenheid van de viering van de duizendste verjaardag van Hongarije. Op het plein staat het Millenniummonument. Het bestaat uit een  45 meter hoge zuil met op de top de aartsengel Gabriël, die een kruis en de Stefanskroon, beide van goud, vasthoudt. Dit zijn de nationale symbolen van Hongarije. Voor deze zuil staat een groot standbeeld van de zeven Hongaarse stamhoofden en hier bevindt zich ook het monument ter ere van de gevallenen uit de Vrijheidsoorlog. Aan weerszijden van de zuil met de engel zie je twee zuilengalerijen in een halve cirkel, met standbeelden van de helden uit de Hongaarse geschiedenis. Onder ieder standbeeld is in een reliëf een belangrijke episode uit de geschiedenis van Hongarije weergegeven.

Achter het Heldenplein ligt de stadsvijver die in de zomer wordt gebruikt door kanoërs en in de winter dienst doet als ijsbaan. Er worden zelfs internationale schaatswedstrijden gehouden. Er komt  waarschijnlijk ook een van de warmwaterbronnen in een deel van de vijver uit gezien de stoom die van het water opstijgt. Het water voelt warm aan en de vele eendjes warmen zich hier aan.

Op een eiland in de vijver ligt kasteel Vajdahunyad. Ook dat hier werd gebouwd ter gelegenheid van het duizendjarig bestaan. Het is een mooi kasteel, zeer de moeite van het bekijken waard. In het kasteel is het 'Museum van de Hongaarse Landbouw' ondergebracht, dat het grootste landbouwmuseum van Europa is.

Ook staat er een kerkje op het terrein. We willen naar binnen maar het is nog gesloten. Als we er later langs lopen blijkt het inmiddels open en we moeten entreegeld in een mandje gooien. Dat doen we, maar de dame die de financiën in de gaten houdt denkt dat we maar voor een hebben betaald en daar gaat ze heeeeel erg moeilijk over doen. Jongens kom op, waar gaat dit over, 50 eurocent. Maar ik weiger dubbel te betalen. Principekwestie. Uiteindelijk mag ik doorlopen en dat is dus absoluut niet de moeite waard. Je zou zowat je 50 cent weer uit het mandje halen ware het niet dat madam het mandje al heeft leeggehaald.

Daarna gaan we naar de dierentuin. De dieren zijn hier veelal gevestigd in mooie oude gebouwen. Grappig om te zien.

Terug in het centrum lopen we over de kerstmarkt. Joepie…. Kan ik mijn verzameling kerstgroepjes/stalletjes aanvullen met nieuwe exemplaren. Dat is boffen.

Als het tijd is om te gaan eten lopen we langs een aanbieding, een driegangen-menu voor een aantrekkelijke prijs. Dat klinkt goed, hier gaan we naar binnen. Het blijkt nogal een sjiek restaurant te zijn en we krijgen de menukaart. Wat een prijzen…. dat lijkt niet op wat we buiten gezien hebben, dus vragen we daar naar. Dan krijgen we een andere menukaart die wel klopt met de aanbieding. Het eten in goddelijk. We genieten van een heerlijke goulashsoep (nog nooit zo’n lekkere gegeten), kip met paprikasaus (zelfs Will die geen paprika lust eet hier zijn vingers bij op), groenten en patat en een bijzonder smakelijk toetje. Geen idee wat het is (wel iets met chocola) maar het smaakt naar meer. Wel uitgekookt van zo’n restaurant om een aanbieding voor de deur te zetten en vervolgens een kaart te geven met prijzen die vele malen hoger liggen.

Vandaag is eindelijk de mist opgetrokken en schijnt de zon. Lekker. Maar het is onze laatste ochtend in Boedapest en we gaan zwemmen. Dat is iets wat je zeker moet doen als je in Boedapest bent, een badhuis bezoeken. Wij gaan naar de Szechenyi baden wat één van de grootste badhuizen van Europa is. Dit badhuis ligt in het Stadspark en is gevestigd in een groot oud gebouw. Het badhuis heeft  een buitenbad waar veel oudere inwoners van Boedapest een spelletje schaak spelen op drijvende borden terwijl andere bezoekers heerlijk relaxen. Het water komt van één van de twee warmwaterbronnen en zorgt voor een watertemperatuur tussen de 20 en 38 graden. Binnen zijn prachtige zwembaden, warmwaterbaden en sauna's. De warmwaterbaden bevatten veel mineralen en hebben ook een genezend effect, dus is het niet alleen genieten, het is ook nog eens goed voor je! Wij hebben er in ieder geval van genoten en de ochtend is veel te snel voorbij.

Nu moeten we snel terug naar het hotel om onze spullen te halen, een taxi te nemen naar het vliegveld en dan zit ons tripje naar Boedapest er weer op.

Boedapest is een prachtige stad waar het goed toeven is. Helaas was het (op de laatste ochtend na) mistig en heel erg koud toen wij hier waren. We kunnen ons goed voorstellen hoe Boedapest nog leuker kan zijn als je goed uitzicht hebt en lekker op terrasjes kan zitten. Toch hebben we er van genoten, het was voor ons beiden een bijzonder geslaagd verjaardagscadeau.