Dag 26: Naar Goba

9 februari 2020 - Goba, Ethiopië

7 uur ontbijt, half 8 rijden. Onze chauffeur Mesfin is een man met een kort lontje en beslist geen heer in het verkeer. Vaak moeten mensen aan de kant springen voor onze auto. Echt genant. Wij hebben hem al eens proberen te zeggen dat we dat niet zo leuk vinden. Sindsdien is hij regelmatig chagrijnig. Gelukkig is hij vanmorgen wel te pruimen. 

We rijden wederom door een prachtig landschap, de graanschuur van Ethiopië. Overal om ons heen glooiende velden vol tef, de graansoort waar injera van gemaakt wordt. Op de weg komen we heel veel combines tegen, schijnbaar is het oogsttijd. We zien echter geen activiteit in de velden. Wel lopen er overal koeien, schapen, geiten, ezels en paarden. In de velden, maar ook op de weg. Op de weg ook veel ezelskarren volgeladen met hout, jerrycans water of andere goederen. Die beestjes hebben het zwaar, zeker heuvel op. 

Ook is duidelijk aan de kleding van de mensen te zien dat we ons in islamitisch gebied bevinden. De meeste vrouwen met hoofddoeken, soms hun hele gezicht bedekt. Als we door een vrij druk dorp rijden hebben we ineens een lekke band. Uitstappen en band verwisselen. Vitsum, de chauffeur van wagen 4, helpt mee maar zegt tegen zijn mensen dat ze in de auto moeten blijven. Het is hier niet veilig zegt hij. Uiteraard doen ze dat niet en Ton moet al snel wat graaiende handen uit hun auto trekken. Anneke en ik besluiten onze auto ook maar goed in de gaten te houden. En ja hoor, er heeft er al een de achterdeur opengetrokken. He joh, opzouten, blijf bij de auto vandaan. We hebben maar even alle deuren op slot gedaan. 

Als we weer verder kunnen is Mesfin super chagrijnig. Niks tegen hem zeggen maar. Hij rijdt als een achterlijke, haalt in waar dat eigenlijk niet kan en moet dan toch weer terugzakken naar waar hij vandaan kwam. Wij zitten vaak met kromme tenen te hopen dat we veilig aankomen. Dat lukt, gelukkig komen we veilig bij de koffiestop.

En door.... op naar een plek waar we onze lunchpakketten kunnen opeten. We zouden ergens picknicken maar gaan toch naar een restaurantje. Beter voor een toilet zou je denken maar geef mij maar een bush-toilet. Dat is schoner. Als iedereen zijn broodje op heeft gaan we weer door. We rijden nu door de voorlopers van de Bale-mountains. Wat een prachtig gebied zeg. We houden een fotostop en dan snel weer door. In Dinsho worden de toegangsbewijzen gekocht voor Bale Mountains Nationaal Park. Ondertussen kunnen wij een stukje gaan lopen. Best lekker na zo lang in de auto te hebben gezeten. Omdat we van 1700 meter naar 3500 meter zijn gestegen zijn sommigen benauwd door de ijle lucht en Sita voelt zich duizelig. Eventjes acclimatiseren.

De Bale Mountains bestaan uit immense Juniper-wouden in de lager gelegen delen, bamboe langs kabbelende bergstroompjes, watervalletjes, met mos bedekte Ericabossen. Het uitzicht is werkelijk fantastisch mooi. We zien wat kuddes herten, wrattenzwijnen en diverse mooie vogels. Hartstikke leuk.

We overnachten in Wabishebelle Hotel in Goba. Een eenvoudig maar wel oke hotel. De bedden zijn in ieder geval schoon. En het eten is er goed. We eten vanavond met Peter, Wilma, Fred, Ton, Willem, Anneke, Frank en Martin. Als Wilma weg is bespreken we wie een afscheidswoordje voor Wilma gaat doen. Ton lijkt de meest voor de hand liggende persoon en hij wil dat (na wat tegensputteren) ook wel doen. Mooi zo, is dat alvast geregeld.

Foto’s

1 Reactie

  1. Wil Blom:
    11 februari 2020
    Jullie zien wel heel veel moois Betty en maken ook heel veel mee! Lekker blijven genieten van de mooie en leuke dingen!!!