Fietsen

27 januari 2013 - Ubud, Indonesië

Om 7 uur zitten we te ontbijten onder een bewolkte hemel. De hele nacht heeft het heel veel geregend met onweer. Gelukkig is het nu droog. Eigenlijk is het tot nu toe zo dat het in de nacht regent en overdag droog mooi weer is sinds we op Bali zijn. En zo lijkt het vandaag ook weer te gaan.

Om 8 uur worden we opgehaald door Ketut. Hij rijdt ons naar een uitkijkpunt waar we mooie foto's kunnen maken. Ketut spreekt nauwelijks engels en hij roept non-stop Sing-ken-ken (balinees voor no worry) en matur suksma (dank u wel). Bovendien wil hij zo om de minuut een foto van ons allemaal maken.

Verderop stoppen we bij een koffieplantage waar we een rondleiding krijgen en uitleg over de procedure van het maken van de wereldberoemde?? (ik had er nooit van gehoord) luwakkoffie. De koffiebonen worden gevoerd aan de luwak, een soort wezelachtig dier, die poept dat weer uit en dan vissen ze de bonen weer uit de poep voordat ze gepeld, gebrand en gemalen worden. Een pakje luwakkoffie kost hier iets van 100 euro. 

We krijgen allerlei verschillende soorten koffie en thee te proeven. Lekker, alleen jammer dat ze hier overal een smak gulah (suiker) doorheen gooien.

Dan rijden we naar de top van de Batur-vulkaan voor ons 2de ontbijt deze ochtend. Dat is niet echt om over naar huis te schrijven maar we hebben wel lol en het uitzicht op de vulkaan met zijn meer is heel mooi. Sing-ken-ken.

Dan wordt het tijd om onze fietsen (mountainbikes) uit te zoeken, helmpjes op en daar gaan we dan 33 km. bergafwaarts door de binnenlanden van Bali. Vaak slechte wegen, soms mooie smalle paadjes. De zon schijnt en het is leuk om door kleine dorpjes te fietsen. We worden gedag gezegt door de lokale bevolking en hun kinderen. 

Onderweg stoppen we regelmatig en dan probeert Ketut ons in zijn gebrekkige engels,, waar we weinig van snappen iets te vertellen over tempels en andere zaken waar we langs fietsen. Sing-ken-ken en matur suksma. I make foto.

Verder gaat de tocht door het zon-overgoten Bali-binnenland. Het is leuk en vooral de jongens gaan uit hun stekker. We stoppen bij een compound, de leefomgeving van een arme balinese familie. Het is leuk om te zien hoe de mensen hier leven. Er zijn 2 veldjes waar de placenta's begraven worden na de bevalling, een voor de zonen en een voor de dochters. Verder is er een tempel, een keuken, een varken, kippen enz. Na een bakkie vieze, buitengewone zoete thee gaan we weer verder.

We maken bij de volgende stop een wandeling door de rijstvelden, dat blijft gewoon heel erg mooi. En verder gaat de tocht weer. Behalve 2 behoorlijk steile klimmen (hier moeten we lopen, dit is echt niet op de fiets te doen, zelfs niet voor Ketut) gaat de hele tocht bergafwaarts. Appeltje-eitje dus. We bezoeken nog een houtsnijwerk-bedrijfje (allemaal handwerk, heel knap) en we stoppen als we zien dat er hanengevechten worden gehouden. Hier wordt grof gewed. Er worden best grote messen aan de poten van de hanen gebonden en ze worden een beetje opgefokt voordat ze worden losgelaten om te vechten. Niet echt leuk om te zien. Gelukkig wordt de verliezer direct afgemaakt om in de soep te verdwijnen zodat hij niet lang hoeft te lijden. De winnaar wordt weer opgekalefaterd voor een volgende keer dat er gevechten worden gehouden.

En dan komen we aan bij het huis van Ketut, waar we een lunch krijgen terwijl zijn nichtjes en neefje traditionele bali-dansen voor ons opvoeren. Sing-ken-ken en matur suksma.

Na de lunch brengt Ketut ons terug naar ons guesthouse. Het is warm en we willen zwemmen. Helaas heeft dit guesthouse geen zwembad. Dan maar een koud biertje.

We komen terecht bij restaurant Sjaki-Tari-Us en Pim herinnert zich dat hij bij de reunie (tv-programma) hier iets over gezien heeft. Deze stichting is opgericht door nederlanders voor geestelijk gehandicapte kinderen zodat die naar school kunnen gaan. Voor meer informatie kijk op http://www.sjakitarius.nl

We krijgen een rondleiding door het schooltje. Hier op Bali zijn behalve een paar kleine particuliere initiatieven geen voorzieningen voor deze kinderen. De mensen hier geloven in reincarnatie en als je met een handicap geboren wordt is dat je straf omdat je in je vorige leven een slecht mens bent geweest. Deze kinderen worden dus vaak overal weg gehouden in achterafkamertjes en er wordt niets mee gedaan. Deze heilige overtuiging vanuit het hindoeisme proberen te veranderen lijkt onbegonnen werk. Daarom moeten ook de ouders mee naar school, zodat zij leren over de oorzaak van down-syndroom en hoe om te gaan met deze kinderen. Moeilijk maar mooi werk. We besluiten hier ook maar te blijven eten en op die manier de stichting te steunen.