Kraterwandeling

21 november 2018 - Kibale National Park, Oeganda

We mogen alweer uitslapen. 8 uur ontbijten. De habituationgangers gaan vanmorgen de swamp-wandeling maken. Wij hebben de ochtend vrij om eens lekker te relaxen. We maken een korte jungle-wandeling om het park, drinken een kopje thee bij het bezoekerscentrum en leren Irene, Marjan en Nicole shit-head spelen. Dat vinden ze leuk en we brengen de rest van de ochtend genoeglijk kaartend door. Al met al een gezellige ochtend.


Na de lunch sluit Alex zich bij ons aan en gaan we met 6 de kraterwandeling maken. Met een gids (die schijn je hier overal voor mee te krijgen) lopen we om een kratermeer heen. Door dorpjes, over bananenplantages (bierbananen, de groene matoke en de kleine gele ladyfingers). We zien weer veel vlinders, apen en vogels, waaronder de grote kraanvogel. Mooi hoor.


We leren het een en ander over het leven in de dorpjes hier. Zo primitief nog allemaal. Een gids is zo gek nog niet. Bovendien zijn de mensen hier zo aardig dat we nog niet een keer hebben gehad dat we liever geen gids hadden gehad. Zij vertellen ons veel over wat we onderweg tegenkomen en doordat zij met de plaatselujke bevolking kunnen communiceren mogen we ook vaak in de kleine, primitieve dorpjes rondneuzen.


Ook deze wandeling is weer prachtig. Wat een ontzettend mooi land is Oeganda. En wat een bescheiden, beleefde en vriendelijke mensen wonen hier. Het is echt enorm genieten.


Hier in de jungle word ik helemaal lek gestoken door de muggen, hoe goed en hoe vaak ik me ook insmeer met deet. Ook slaap ik onder een klamboe en spuit men de lodges in met insecticide voor we gaan slapen. De krengen steken zelfs door mijn kleren heen en mijn lijf lijkt wel een maanlandschap. Gelukkig slikken we malariapillen.


Voor het slapen gaan drinken we een shotje waragi, bananengin. Dit is de nationale specialiteit hier. Lekker.