Udaipur, de witte stad

21 november 2018 - Udaipur, India

We reizen weer verder, naar Udaipur deze keer. Het is dinsdag en dinsdag is Tuesday-Monkey-God-Day. Elke dinsdag voeren de hindoes de apen. Ook Rana koopt een grote zak vol met koekjes en onderweg gooit hij koekjes uit het raam als we apen tegen komen. En apen zitten er genoeg langs de wegen in India. Rana laat Cindy het laatste deel van de koekjes voeren voor "good karma" voor haar en de baby.

We rijden over smalle slingerweggetjes en door kleine gehuchtjes. We zien regelmatig zelfgebouwde waterputten die door ossen aangedreven worden om het water omhoog te pompen. We stoppen bij een put om deze wat nader te bekijken. Het is een diep gat waar een ketting in hangt met allemaal kleine blikjes die het water naar boven scheppen. We laten Pim het werk van 2 ossen doen om te zien hoe het precies werkt. Mooi systeem.

Het is leuk om zo over het platteland te rijden. Zo zie je weer een ander aspect van India. We rijden langs een boom die vol hangt met fruitbats, een grote soort vleermuizen.

In Udaipur verblijven we in hotel Mahima Palace. Prima kamers en een dakterras. Daar kunnen we vanavond lekker een biertje doen en een kaartje leggen. Kaarten doen we eigenlijk elke avond. Het is leuk tijdverdrijf en we doen het allemaal graag.

De witte stad Udaipur staat bekend als de mooiste en meest romantische stad in India, oftewel het Venetië van India dankzij zijn vele meren. Eerst bezoeken we de enorme tuin van de eredames, Sahelion ki badi garden, met zijn vele fonteinen. Het is te zien dat deze tuinen ooit heel mooi geweest moeten zijn, maar helaas lijden ze onder achterstallig onderhoud.

Dan gaan we naar Monsoon Palace (Sajjangarth Palace) wat hoog boven de stad op de top van een berg staat. Het witte paleis is niet erg bijzonder, het uitzicht over de stad is echter de moeite meer dan waard.

Alle nijverheidswinkeltjes slaan we over. Voor ons geen verkooppraatjes over zilver, textiel en verftechnieken. We gaan lekker varen. De meeste toeristen maken een boottochtje over het Picholameer vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de stad en het citypalace. In dit meer staat ook het gebouw waar James Bond film Octopussy is opgenomen.

In de stad is ook een octopussy-hotel, een octopussy-restaurant waar ze 's avonds de film octopussy vertonen. Jullie komen toch wel kijken?? Ehhh.... ander keertje misschien.

Wij kiezen er echter voor om op het Fateh Sagar Lake te gaan varen. Hier zie je niet zoveel buitenlandse toeristen maar wel veel indische. We varen naar de vredige tuinen Nehru Park, gelegen op een eiland in het midden van het meer. Dit is mooi en rustig. Heerlijk.

Terug op het vasteland gaan we iets drinken op een van de terrasjes die hier wél aanwezig zijn. Ondertussen spelen we een potje kaart en zo komen we de dag wel weer door. We hebben het heel gezellig met elkaar. We eten nog een hapje bij een straattentje alvorens in het donker terug te lopen naar het hotel. We lopen langs een erg drukke weg en dat is een hachelijke onderneming in het donker.

Als we zitten te kaarten op het dakterras van het hotel onder het genot van een heerlijk koud kingfisher-biertje horen we veel herrie. Luidsprekers schallen door de straten en er wordt volop vuurwerk afgestoken. Er komt een optocht langs. Dat hebben we al vaker gezien, het is een bruiloft. Dagelijks trouwen er behoorlijk wat mensen en dat gaat gepaard met heel veel geluid en licht. De bruidegom zit doorgaans op een prachtig versierd wit paard en de bruilofstgasten lopend dansend, zingend en vuurwerk knallend in een stoet mee.

Even later zien we een mannetje op een olifant door de straten slenteren. Incredible India, everything is possible.

De volgende ochtend lopen we door smalle straatjes naar het centrum van de stad. In de straten kom je van alles tegen, de onvermijdelijke stroom auto's, scooters en motoren. Maar ook koeien, ezels, geiten, varkens en honden slenteren onverstoord door de straten van de stad en eten afval. Van de honden loopt zeker de helft kreupel, ze worden nogal eens aangereden.

We zien een brommer staan met een aantal melkbussen achterop gebonden. De mensen komen hun huizen uit met een kannetje en de melkboer vult deze met melk uit de bussen. Leuk om te zien hoe dat er hier aan toe gaat.

We bekijken een tempel, daar zijn er genoeg van hier, we winkelen, we passen en kopen (nog) niet. We lopen over de tibetaanse markt maar dat is niet echt interessant. We drinken een vers ananassapje bij een kraampje langs de weg. Overal op straat kan je hier vers fruit laten persen tot de lekkerste sapjes die je ooit geproefd hebt. En dat voor 40 eurocent per stuk. Lekker hoor.

We winkelen nog wat meer, kopen nu ook het een en ander en dan zijn we toe aan de lunch. In Udaipur zijn voldoende dakterrasjes waar je lekker in het zonnetje de maaltijd kan gebruiken. Het eten in India is enorm lekker en gevarieerd. Maar wel hoofdzakelijk vegetarisch.

Na de lunch gaan we naar het City Palace, een groot paleis van graniet en marmer met prachtige fresco’s, mozaïeken, glasramen en versierde balkons. Vakmanschap alom. Leuk om doorheen te dwalen. Een deel van het paleis is afgesloten, dat zijn ze bezig in te richten voor een bruiloft. Er gaat een oliemagnaat trouwen en die heeft het paleis afgehuurd. Morgen is het paleis helemaal gesloten, nu wordt er druk gerepeteerd door dansgroepjes en zanggroepjes. Duur grapje.

Als we uit het paleis komen merken we ineens dat we onze aankopen kwijt zijn. Shoot, die hebben we op het dakterras laten staan na de lunch. Laten we maar even gaan vragen of ze iets gevonden hebben daar. En zowaar, al onze tasjes krijgen we terug. Pfoei.

Inmiddels is het alweer etenstijd en we vinden een restaurantje waar ze heerlijk eten serveren (toeval, wisten we natuurlijk niet van tevoren). En.... ze hebben hier wifi. Dat kom je niet vaak tegen hier in India.

We lopen weer in het donker terug naar het hotel. In het donker is de sfeer anders, grimmiger. We krijgen volop drugs aangeboden. Ik ben blij dat we met z'n vieren lopen, zou hier niet graag alleen zijn in het donker.

Mahima Palace hotel is een prima hotel, nette kamers, maar de ontbijtzaal is een erg kaal en bijzonder ongezellig hok. Moeten we wel om lachen.

Vanaf het dakterras zien we een tempel liggen en een fort in de bergen. Laten we daar maar eens naar gaan kijken. De tempel blijkt een niet zo grote witmarmeren jaïntempel te zijn. Totaal niet toeristisch en daardoor heel mooi. Naast de tempel zijn mensen bezig met het bewerken van marmeren pilaren voor een nieuwe toegangspoort. Dat gebeurd allemaal met de hand en als je over vakmansachap spreekt... dan is dit het wel. We worden uitgenodigd om het even van dichtbij te komen bekijken. Interessant.

Als we de tempel uitlopen zitten er vrouwen met bossen gras die ze verkopen om de koeien te voeren voor good karma. Dat zullen we dan maar eens doen, een beetje good karma is nooit weg. Het is mooi weer en we besluiten om het Fateh Sagar Lake te lopen, dan komen we ook langs dat fort en kunnen we dat ook tegelijk bekijken.

Maar als we dicht bij het fort zouden moeten zijn zien we het nergens meer liggen. De wandeling rond het meer is zo'n kilometer of 8. Het is prachtig weer en het is zalig om hier lekker te lopen. Maar het fort vinden we niet. Apart hoor. Pas als we het meer bijna rondgelopen zijn zien we het fort weer in de bergen liggen.

We bezoeken nog een tuin met veel standbeelden, is wel leuk om te zien. Daarna nemen we een tuktuk naar het centrum. We willen weer bij hetzelfde restaurantje gaan eten waar we gisteren zo hebben zitten smullen. Er loopt een koppel koeien in de straat en die beesten worden weggejaagd. Maar van daar worden ze weer terug gejaagd. Die beestjes raken helemaal van het padje en je ziet gewoon aan ze dat ze er niets van snappen. Wij eigenlijk ook niet. Als je ze weg jaagt, jaag ze dan ergens heen waar ze mogen lopen. Maar goed, we doen geen moeite om dit soort zaken te snappen. Dat lukt toch niet.

We nemen een tuktuk terug naar het hotel. We spreken een prijs af en stappen in. De driver gaat er als een gek vandoor, schiet een heel smal straatje in vol met rijdende en geparkeerde motoren. Er moet hier en daar een motor verwijderd worden om er door te kunnen. En daar gaan we dan weer, gassen met die handel. We zijn opgelucht als we niet omslaan in de bochten en uiteindelijk heelhuids bij het hotel aankomen. Weer een ervaring rijker. En wat voor één. Pffffffff............