Yangon

25 november 2018 - Yangon, Myanmar

We zijn in Yangon (ook wel Rangoon genoemd), de grootste stad van Myanmar (Birma). Tot 7 november 2005 was dit de hoofdstad.

Het visum om Myanmar binnen te komen is tegenwoordig heel gemakkelijk aan te vragen via internet. Ook is het mogelijk om bijv. in Bangkok een visum aan te vragen maar hou er dan wel rekening mee dat dat een paar dagen duurt. Wij hebben het visum thuis via internet geregeld en het loopt soepeltjes om Myanmar binnen te komen.

Het eerste wat ons hier opvalt is de enorme stroom mooie, vaak grote auto's die nagenoeg allemaal wit of licht zilvergrijs gekleurd zijn. Er klinkt geen getoeter en we zien geen tuktuks of brommertjes.

Het tweede wat opvalt is dat de mannen allemaal een lange rok, een longhi, dragen. Heel af en toe zie je de jongere generatie een lange of korte broek dragen.

Het derde wat opvalt is dat de mannen nogal veel rochelen en spugen. Je hoort non-stop geluiden van kelen die geschraapt worden en vervolgens wordt er een rode fluim op straat gespuugd die je soms maar net mist. De mannen kauwen op het stimulerende middel betel quid. Dit goedje tast hun tanden behoorlijk aan en de meeste mannen hebben dan ook een verrot gebit in hun mond staan. 

Het vierde wat opvalt is de geel geverfde gezichten van de vrouwen en kinderen. Om religieuze redenen en als zonnebrand smeren zij hun gezichten in met thanaka, een licht gele verfstof gemaakt van de bast van de thanaka-boom vermengd met water.

Als laatste valt op dat de bevolking enorm vriendelijk, behulpzaam en bescheiden is.

We logeren in Sule Sapphire Inn, een schattig klein familiehotelletje. Om het hotel te bereiken moet je eerst een trap op en deze staat bezaaid met schoenen en flipflops. In Azië trekt men zijn schoenen uit alvorens ergens binnen te gaan. Wij zetten onze schoenen in de rij en lopen naar de receptie. We hoeven niet verder naar boven, onze kamer is op deze verdieping. Een prima kamer met heerlijke, ruime, schone bedden en eigen badkamer. De douche is heerlijk warm. Lekker zeg.

Bij de receptie kunnen we alvast kaartjes kopen voor de nachtbus naar Kalaw morgen. Fijn, is dat maar vast geregeld. Op straat kopen we bij een eettentje verse ananas die helaas niet goed rijp is en dus niet erg lekker. Will is meer in de mood voor een gefrituurd hapje en hij koopt wat vegetarische hapjes, o.a. gebakken banaan. Wel lekker.

Ons hotel is vlak bij de Sule Pagoda die in het midden van een rotonde staat. Heel apart. Oversteken hier in Yangon is nogal een dingetje. Er zijn nauwelijks verkeerslichten en al helemaal niet voor voetgangers. Zebrapaden zijn er soms wel maar hebben geen functie omdat niemand er voor stopt. Wat je moet doen is per rijbaan tussen de auto's door manouvreren en steeds wachten op een gaatje om weer een rijbaantje verder te komen. Beetje hachelijke onderneming.

De Sule Pagode is bereikbaar via een voetgangersbrug over de rotonde. We mogen niet naar binnen want we zijn niet netjes gekleed. Schouders en knieën dienen bedekt te zijn. Naast de stupa is een park waarlangs het stadhuis, een kerk en het gerechtsgebouw staan. We gaan een poosje in het parkje mensen zitten kijken (33 graden momenteel).

Ff terug in het hotel, ff relaxen. Klop, klop.... Wie is daar? Excuse me, mijn excuses omdat de tv kapot is.... Oh dat geeft niet hoor, we kijken toch geen tv..... Het is fruit-tijd dus hebben we een bordje fruit en vruchtensap voor jullie.... dat is leuk, dank u wel. 

We dwalen wat door de stad op zoek naar een gelegenheid om wat te eten. Dat valt zwaar tegen. We komen op een markt terecht maar het eten dat we hier zien kunnen we niet thuisbrengen. Geen flauw idee wat het is en het ziet er niet aantrekkelijk uit. Laten we dat dan maar niet doen. Uiteindelijk vinden we een vegetarisch restaurant waar we lekker eten.

Het ontbijt de volgende morgen. We worden opgewacht door een ietwat warrig oud vrouwtje. Zij brengt ons naar een tafeltje. Willen we koffie of thee? Will wil engelse thee en ik ga voor Myanmarse. Myanmarse thee is een kwart kopje water aangevuld met kruiden en melk. Heel apart en helaas mierzoet. We krijgen omelet met geroosterd witbrood te eten. Omdat het een warrig vrouwtje is krijgen we eerst 1 ei, dan wat brood, oh ja jullie zijn met 2, nog een ei. Willen jullie koffie? Oh ja, jullie hebben thee. Maar wil je 1 koffie? Doe dan maar 2 en die krijgen we. Haha... een bijzondere en leuke ervaring.

We checken uit en laten onze bagage hier achter terwijl we de stad gaan bekijken. We gaan naar de Shwedagonpagoda. Wauw, wat een gigantisch tempelcomplex is dit. We kijken onze ogen uit, het is allemaal goud(verf) wat er blinkt. We kopen bloemen om aan Boeddha te offeren maar omdat we geen gids nemen hebben we geen idee wat we er mee aan moeten. We zetten ze maar ergens in een vaas bij een Boeddha. Duidelijk fout gezien de blikken die ons toegeworpen worden. Wat ons opvalt is dat er voor elke dag een klein boeddha-tempeltje is. We kennen de betekenis niet. Wellicht was een gids toch niet zo gek geweest maar we kijken nu eenmaal graag zelf rond in ons eigen tempo.

Tegenover de pagode is een park, een soort pretpark. Niet ons ding maar we hebben dorst dus even overwippen voor (oplos)koffie en een vruchtensap. Ik neem een slok van mijn verse orangejuice en bah... het glazuur springt van mijn tanden. Ze gooien hier overal enorme hoeveelheden suiker doorheen. Hier in Myanmar geen vruchtensappen meer voor mij. Bah.

We zijn nu netjes gekleed en gaan ook de Sule Pagode maar van binnen bekijken. Ook mooi, beetje hetzelfde maar veel kleiner. We worden aangeklampt door een voormalig monnik die even berekent welke dag wij zijn. Ik ben zondag en marmot. Heel goed, dat is Obama ook en allerlei foto's van Obama in deze tempel komen langs. De bloemen moeten we dus in het zondagtempeltje zetten. Aha, dat maakt veel duidelijk. Ik moet 5 kopjes water over de Boeddha en de marmot in het zondagtempeltje gooien en 2x op de gong slaan. Will is vrijdag en adelaar. Hier herhaalt het ritueel zich. Toch leuk dat we dat nu weten.

We gaan onze bagage ophalen in het hotel. Willen jullie misschien nog even lekker douchen alvorens de hele nacht in de bus te zitten? Graag. Hoe lief is dat zeg, ben je al uitgecheckt mag je gewoon nog een douche gebruiken en daar willen ze niets voor hebben. Een jongen van het hotel brengt ons naar het busstation waar we een shared-taxi nemen naar het busstation. Een rit van 1 uur. En dat voor 3000 kyat (€1,80).

Het busstation is een gigantisch dorp, wel 10 straten met elk op zijn minst 40 busmaatschappijen. Nog nooit zoiets gezien. Hoe gaan we in godsnaam onze bus vinden hier? Gelukkig zet de taxi ons af bij de straat waar onze maatschappij zich zou moeten bevinden. Alsnog is het moeilijk om de juiste bus te vinden en moeten we het diverse keren vragen. Gelukkig zijn we vroeg genoeg.

Als we uiteindelijk onze comfortabele VIP bus gevonden hebben vertrekt deze om half 7 met slechts 5 mensen (wij, een stel uit Israël en een enge cowboy) aan boord. De rit gaat 10 uur duren en kost €12.50 pp. Dat kan toch niet rendabel zijn. Onderweg stoppen we nog een keer voor diner en sanitaire stop. We proberen te slapen maar omdat ik nog steeds de longen uit mijn lijf hoest lukt dat niet zo goed.